In Mexico  en midden -Amerika zij boeren met grote stukken land. Die noem je grootgrondbezitters.  Ze verbouwen vaak maar 1 soort gewas zoals: koffie, suikerriet, cacao of bananen. Zo’n bedrijf noem je een plantage. Alles wat de plantage oplevert word verkocht aan het buitenland.

 De boeren midden -Amerika hebben vaak heel kleinen bedrijfjes. Voor machines hebben ze geen geld, en al het werk doen ze zelf met hun vrouw en kinderen. Alles wat ze verbouwen heeft het gezin zelf nodig. Alles wat overblijft kan de boer dan verkopen op de markt. Met het geld dat hij daarvoor krijgt, kan het gezin kleren kopen en de huur van het stuk land wat ze bezitten betalen. Als de oogst mislukt,  is er geen geld en eten. De boer gaat dan de stad in en hoopt daar werk te vinden.

Voor de aanleg van plantages word veel tropisch regenwoud gekapt. In Belize en Costa Rica proberen ze het regenwoud te beschermen door er natuurparken van te maken. Dit levert geld op, want toeristen bezoeken graag het regenwoud. Dit soort toerisme noem je: Ecotoerisme. Eco betekent: vriendelijk voor het milieu.

Door: Joleen