Eeuwenlang dreven Europese kooplieden handel met het oosten. Met karavanen van paarden, wagens en kamelen. Rond 1450 gingen ze op zoek naar een route over zee. Columbus zocht een route over de Atlantische oceaan. In augustus 1492 bogon zijn reis. Columbus ging weg met drie schepen: De Nina, De Pinta en de Santa Maria. Hoelang de reis zou duren dat wisten Columbus en zijn bemannning niet. Daarom moest er veel voedsel mee. Iedere dag schtreef Colmumbus in zijn scheepsjournaal. Dat is een soord dagboek waar hij de windrichting, de vaarrichting en de per dag afgelegde afstand in opschreef. Op deze manier kon hij de route goed onthouden. Op 12 oktober 1492 zag Columbus land. Dit is Indië, dacht Columbus. Ik heb een nieuwe weg naar Indië ontdekt!

Columbus ging aan wal. Hij gaf het eiland een naam: San Salvador. Dat betekent heilige verlosser. In maart 1493 keerde Columbus terug naar Spanje. Hij werd enthousiast ontvangen door koning Ferdinand en koningin Isabella. ze waren blij met de nieuwe route naar Indië. Columbus maakte hierna nog veel meer reizen tot hij in 1506 stierf. Hij heeft zijn hele leven gedacht dat hij een nieuwe route naar Indië had ontdekt. Maar wij weten dat hij een nieuw werelddeel had ontdekt, namelijk Amerika!